Een geschatte 80% van de emissies wereldwijd worden geclassificeerd als Scope 3
Uit onderzoek blijkt dat de meeste bedrijven momenteel Scope 3-emissies niet opnemen in reductiedoelstellingen, een toekomstige vereiste voor SFDR .
Scope 3-emissies blijken voor bedrijven veel moeilijker te verantwoorden dan scope 1 of 2, die beide onder hun directe controle staan. Het ontbreken van een gestandaardiseerde methodologie en de noodzaak te vertrouwen op modellen hebben tot dusver geleid tot een beperkte en voorzichtige integratie van Scope 3-gegevens in investeringsprocessen.
Een stap terug: Scope 1 omvat directe emissies van bronnen die eigendom zijn of worden gecontroleerd (bv. bedrijfsvoertuigen, brandstofverbranding). Scope 2 omvat indirecte emissies van de opwekking van gekochte elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die door het rapporterende bedrijf worden verbruikt. Scope 3 omvat alle andere indirecte emissies die optreden in de waardeketen van een bedrijf (bv. zakenreizen, investeringen, woon-werkverkeer van werknemers).
Uit onze analyse blijkt dat 66% van de bedrijven die emissiegegevens aan het CDP rapporteren, reductiedoelstellingen hebben, maar dat slechts 21% doelstellingen heeft die Scope 3-emissies omvatten. Door Scope 3-emissies niet mee te nemen, verkleinen bedrijven de omvang van de beoogde emissies aanzienlijk, aangezien naar schatting 80% van de emissies wereldwijd onder scope 3 vallen.